The only correct dictionary in Sranantongo.
Go to:
"♪"
"A"
"B"
"C"
"D"
"E"
"F"
"G"
"H"
"I"
"J"
"K"
"L"
"M"
"N"
"O"
"P"
"Q"
"R"
"S"
"T"
"U"
"V"
"W"
"X"
"Y"
"Z"
"Verbs"
udu nn adj - wood - hout.
tonpu, sin tonbo - overblijfsel van een boom bestaande uit wortel en 1 meter stam.
mmarutu, ederutu - taproot - hoofdwortel van een boom.
taki, sin taka - twig - een "takje" van een boom.
udu-anu nn - large branch of a tree - grote tak van een boom.
udu-ati nn - heartwood, core of a tree - kernhout, kern van een boom.
udubaki nn - wooden box - houten bak.
Pe a udubarin de? - Where is the wooden box? - waar is het houten bak?
udubarin nn - wooden barrel - houten vat.
udububa nn - bark of a tree - bast van een boom.
udu-ggo nn - tree trunk - boomstam.
uduloso nn - termite, wood louse - termiet, houtluis.
udu-olo nn - a hole in a tree; a gat in een boom.
udurutu nn - roots of trees - wortels van bomen.
uku nn - corner - hoek.
uku vb - to fish - hengelen, vissen.
kisi fisi - to catch fish - vissen vangen.
koti ukutiki - to cut fishing poles - hengelstokken kappen.
seri fisi - to sell fish - vissen verkopen.
uku nn - a fishing rod - een hengel.
buy wan uku - to buy a fishing rod - een hengel kopen.
ukutifi nn - canine tooth - hoektand.
ukutiki nn - fishing rod - hengelstok.
uku-ttey nn - fishing line - vislijn.
uma nn - woman - vrouw.
Suma na a uma dati? - who is that woman? - wie is die vrouw?
umapresi nn, sin manpresi - female genitals - vrouwelijk geslachtsdeel.
umasma nn - woman, the feminine gender - vrouw, het vrouwelijk geslacht.
umasmadatra nn - woman doctor - vrouwenarts.
uma-wege nn - an effeminate man - een verwijfde man.
un ppn - we - wij.
un abi tu nomo - we only have two - wij hebben slechts twee.
un e gwe - we are going away - wij gaan weg.
un - our - ons.
un oso - our house - ons huis.
un kondre - our land - ons land.
un tongo - our language - ons taal.
den krinsten fu un tongo - the vowels of our language - de klinkers van onze taal.
unsrefi kan du en - we can do it ourselves - wij kunnen het zelf doen.
unsrefi - ourself
unu - you (plural)
upru nn - a hoop - een hoepel.
urey nn - hooray - hoera.